Als incassospecialist probeer ik zoveel mogelijk zaken op te lossen buiten de rechter om. Niet omdat ik niet graag procedeer (integendeel!), maar omdat een gang naar de rechter veel tijd kost en een aanzienlijk kostenrisico met zich meebrengt.
Veel van mijn klanten hebben nog nooit een rechtbank van binnen gezien. Dat komt enerzijds door succesvolle buitengerechtelijke incasso’s, maar ook omdat de meeste procedures schriftelijk worden afgedaan. Voert een schuldenaar geen verweer, wijst de kantonrechter meestal ‘gewoon’ vonnis. Communicatie vindt dan geheel via de post plaats en ook de griffie stuurt het vonnis per post aan mij op. Case closed!
‘See you in court!’
Maar wat gebeurt er wanneer een schuldenaar het niet eens is met de vordering en de moeite neemt om te reageren op de dagvaarding? In die gevallen gelast de kantonrechter doorgaans een zogenaamde ‘mondelinge behandeling’ (voorheen ook wel comparitie van partijen genoemd).
Bij een mondelinge behandeling worden de eisende partij en gedaagde partij opgeroepen om tegelijk op een zitting te verschijnen. Zij mogen ook hun gemachtigde meenemen. Ervan uitgaande dat beide partijen verschijnen, stelt een mondelinge behandeling de kantonrechter in de gelegenheid om vragen te stellen over de zaak. Tevens wordt onderzocht of een schikking haalbaar is.
Voor mij is een dergelijke zitting niet vreemd, maar voor mijn klant (meestal de schuldeiser, maar soms de gedaagde partij) kan het een spannend moment zijn. Die heeft meestal vragen als: Wat gaat er gebeuren? Wat gaat de rechter vragen? Wat mag ik wel/niet zeggen? Ben ik verplicht om een schikking te treffen?
A tot Z(itting)
Meestal spreek ik van tevoren met de klant af om de zitting van A tot Z door te nemen. Ik vertel waar we elkaar treffen bij de rechtbank en dat we samen langs de beveiliging naar binnen gaan. Tegenwoordig is dit een halve striptease, want alle metalen voorwerpen (ringen, kettingen, horloge, pen, telefoon, sleutel én riem) moeten apart door de scanner. Voordat de zitting begint, treffen de eisende en gedaagde partij elkander vaak op de gang voor de zittingszaal. Ik zeg tegen mijn klant dat ik de wederpartij en diens gemachtigde altijd de hand schudt. Ook al ben ik het nog zo oneens met de standpunten of wijze van bejegening, ik vind het fatsoenlijk mijzelf voor te stellen. Dat mijn klant vrij is om te besluiten wel of niet iemand de hand te schudden vertel ik er ook gelijk bij.
Ik heb het boekje “Architectuur van de rechtspraak” op kantoor staan. Daarin is ook een foto van een zittingszaal in de rechtbank te Zutphen opgenomen; de rechtbank waar ik de meeste zaken heb. Ik laat mijn klant zien waar de rechter en griffier zitten, dat de schuldeiser bij binnenkomst rechts gaat zitten (dus links voor de rechter) en dat de gedaagde partij aan de andere kant plaatsneemt. Eventuele belangstellenden zitten achterin de ruimte. Om een ongemakkelijk moment in de zittingszaal te voorkomen, wijs ik de klant erop dat het niet gebruikelijk is een rechter de hand te schudden; niet doen dus!
Als gemachtigde zie je sommige vragen van rechters al van verre aankomen wanneer je de dagvaarding en de conclusie van antwoord bestudeert. Bijvoorbeeld vragen als “Hoe is dat gegaan? Waarom hebt u toen zo gehandeld?” Vragen die ik verwacht, leg ik vooraf aan mijn klant voor. Die kan daar dan alvast over nadenken. Dat loont overigens bijna altijd de moeite, want het zal niet de eerste keer zijn dat ik na die voorbespreking nog aanvullende (belangrijke) stukken in het geding kan brengen.
Geschikt / Ongeschikt
In sommige gevallen laat een rechter weten hoe hij/zij tegen de zaak aankijkt, voordat partijen de gang op worden gestuurd. Buiten bereik van de rechter overleggen partijen eerst met hun gemachtigde en daarna samen of een schikking tot de mogelijkheden behoort. Schikken is overigens niet verplicht en lukt ook lang niet in alle gevallen. Erg is dat allerminst. Soms gaat het om een principiële zaak waar partijen simpelweg een uitspraak willen om te weten hoe de rechter ergens over denkt. In weer een ander geval gunt de ene partij de ander niets. Bang voor gezichtsverlies? Of gewoon eigenwijs? Ach, dat hoort er allemaal bij. Geen klant, vordering, gemachtigde of procedure is identiek en dat maakt mijn vak (mede) zo boeiend.
Men zegt dat een goede voorbereiding het halve werk is. Dat geldt bij procederen zeker, al is het maar om wat spanning bij mijn klant weg te kunnen nemen.